6.12.13

Winterstop

TVN-Centrum Assen_Odoorn heeft nu een winterstop.

Eind januari 2014 komen we weer 'bij elkaar' op Skype en gaan dan verder met het bestuderen van de Geheime Leer en het boeiende thema: REUZEN.


Er is ook een  Kersteditie  (klikken) met een magisch tintje door het verhaal van H.P.Blavatsky: 
“Een Kerstavond met H.P.B. en bijzondere cadeautjes”.




Wij wensen iedereen veel leesplezier,
een goede jaarwisseling


en een Helend 2014 toe.


Graag tot volgend jaar op SKYPE of bij een studiebijeenkomst 

Kijk voor de data van het Voorjaar 2014 even bij de Agenda (aan de zijkant)

-------------------------


Giften / Donaties (klikken) zijn zeer welkom!


21.11.13

Woensdag 27 november 2013

De studiebijeenkomst op Skype gaat over

Reuzen en Reuzen bouwwerken.

Zijn er sporen nu nog van reuzen te zien?

We bestuderen uit de Geheime Leer deel II , moderne versie blz. 844-854

Een interessante YouTube film die over deze oude beschavingen (aanklikken) gaat is te zien.
Of gebruik deze link:


(Uit het Aanhangsel bij Deel II )

§ 6

Reuzen, beschavingen en verzonken continenten
in de geschiedenis

 (…) 
 ‘Overleveringen waarvan de sporen in Mexico, in Midden-Amerika, in Peru en in Bolivia worden gevonden, geven aanleiding tot het denkbeeld dat de mens in deze verschillende landen bestond in de tijd van de reusachtige opheffing van de Andes, en dat hij de herinnering eraan heeft bewaard.’ Van deze schrijver tot de paleontologen en antropologen van de laatste tijd staat de meerderheid van de geleerden achter de opvatting van precies zo’n ouderdom. Wat Peru betreft, is er ooit een bevredigende poging gedaan om de etnologische affiniteiten en kenmerken te bepalen van het ras dat die cyclopische bouwwerken heeft opgericht waarvan de ruïnes overblijfselen van een grote beschaving laten zien? Die worden bijvoorbeeld bij Cuelap aangetroffen en bestaan ‘uit een muur van gehouwen steen, 3600 voet lang, 560 breed en 150 hoog, die een aaneengesloten massa met een platte top vormt. Op deze massa stond een andere, 600 voet lang, 500 breed en 150 voet hoog, zodat de totale hoogte 300 voet was. Hierin bevonden zich kamers en cellen.


(…)

   Egypte is veel ouder dan Europa zoals dat er nu op de kaart uitziet. Atlantisch-Arische stammen begonnen zich daar te vestigen toen de Britse eilanden8 en Frankrijk zelfs nog niet bestonden. Men weet dat ‘de landtong van de Egyptische Zee’ of de Delta van Beneden-Egypte heel geleidelijk vast land is geworden en later dan het hoogland van Abessinië is ontstaan; in tegenstelling tot het laatste, dat betrekkelijk plotseling verrees, werd zij in de loop van vele eeuwen heel langzaam gevormd uit opeenvolgende lagen zeeslijk en modder, die jaarlijks werden meegebracht en afgezet door een grote rivier, de huidige Nijl. Toch is zelfs de Delta als een vast en vruchtbaar land al meer dan 100.000 jaar bewoond.

(…)

   Wat de reuzen betreft: hoewel de langste mens die tot dusver onder de fossielen in Europa is gevonden, de ‘Mentone-mens’ is (6 voet 8 duim), kunnen er toch nog andere worden opgegraven. Nilsson, geciteerd door Lubbock, deelt mee dat er ‘in 1807 in een graf uit het Neolithicum . . . een skelet van buitengewone grootte werd gevonden’ en dat het werd toegeschreven aan een koning van Schotland, Albus McGaldus.

(…)




   Het grote volk dat door de Egyptische priesters werd genoemd, waarvan de voorvaderen van de Grieken uit de tijd van Troje afstamden en dat, zoals wordt beweerd, door het Atlantische Ras werd vernietigd, was toen, zoals we zien, beslist geen ras van paleolithische wilden. Niettemin schijnt al in de tijd van Plato niemand, met uitzondering van priesters en ingewijden, een duidelijke herinnering aan de voorafgaande rassen te hebben bewaard. De eerste Egyptenaren waren al eeuwen en eeuwen van de laatste Atlantiërs gescheiden; ze waren zelf afstammelingen van een vreemd ras en hadden zich ongeveer 400.000 jaar tevoren in Egypte gevestigd13, maar hun ingewijden hadden alle verslagen bewaard. Zelfs nog in de tijd van Herodotus bezaten zij de standbeelden van 341 koningen die over hun kleine Atlantisch-Arische onderras hadden geregeerd (zie hierover Esoteric Buddhism, blz. 66, vijfde druk). Wanneer men als gemiddelde duur van de regering van elke koning slechts twintig jaar neemt, moet het Egyptische Rijk in de tijd van Herodotus al ongeveer 17.000 jaar hebben bestaan. 




(…)

En toch zijn er verslagen die aantonen dat Egyptische priesters – ingewijden – over land in noordwestelijke richting reisden, via wat later de Straat van Gibraltar werd; toen naar het noorden gingen en door de toekomstige Fenicische nederzettingen in Zuid-Gallië trokken; vervolgens nog verder naar het noorden gingen tot ze Carnac (Morbihan) bereikten. Daarna wendden ze zich weer naar het westen en bereikten, terwijl ze nog steeds over land reisden, het noordwestelijke voorgebergte van het Nieuwe Continent14. 
   Wat was het doel van hun lange reis? En hoever terug moeten we de datum van dergelijke bezoeken plaatsen? De archaïsche verslagen delen mee dat de ingewijden van het tweede onderras van de Arische familie zich van het ene land naar het andere begaven met het doel toezicht te houden op de bouw van menhirs en dolmens, van kolossale Dierenriemen in steen, en begraafplaatsen die moesten dienen om de as van toekomstige geslachten te ontvangen. Wanneer was dit? Het feit dat zij over land van Frankrijk naar Groot-Brittannië overstaken, kan ons enig idee geven van de tijd waarin een dergelijke reis op het vaste land kon worden volbracht.



(zie ook Geheime Leer deel II online) 


Voor informatie of vragen kunt u mailen met: assen@theosofie.nl


Graag tot dan!

------------------- 


4.11.13

Bijeenkomst op Vrijdagavond 8 november 2013

Op vrijdagavond 8 november komt de TVN-Studiecentrum Assen_Odoorn bij elkaar om een onderwerp te  bestuderen uit de Geheime Leer deel II.

Dat onderwerp is : De Gevallen Engelen.




Als mensen het hebben over 'Gevallen Engelen', wordt bij velen het beeld van een 'duivel' of een 'boze geest' opgeroepen  beïnvloed door de vele soorten interpretaties van religies.

De Tijdloze Wijsheid schenkt ons een blik in het verleden om dit beeld aan te pakken en duidelijker te zien wat een 'gevallen engel' echt was en is. 

Het kan ons nieuwe inzichten geven hoe we, vanuit een dergelijk misverstand, in deze tijd opnieuw hier tegenover kunnen staan.

We gaan niet te diep in dit onderwerp, alleen de grote lijnen, doch dat zal al voldoende zijn om er anders over te kunnen denken.

---------------------------------------------------------------------

Volgende bijeenkomst is de 2e donderdag in februari - 13e febr.- (we hebben een winterstop) en gaan dan verder met het boeiende onderwerp : "REUZEN en Reuzen bouwwerken". 
Kijk in december voor de agenda bij Voorjaar 2013

--------------------------------------------------------------

De Geheime Leer is ook online te lezen (of zie rechterkolom) voor mensen die de boeken niet hebben. 



Het stuk - over de Gevallen Engelen- dat we bestuderen voor deze avond is (rechtstreeks) te vinden op:

http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/geheimeleer/deel2/18gevallenengel.html

blz. 539 (GL II) .

§ 18

Over de mythe van de ‘gevallen engel’
in haar verschillende aspecten


A


De boze geest: wie en wat?

Voor informatie of vragen kunt u mailen met: assen@theosofie.nl


Graag tot dan!
------------------- 

12.10.13

Woensdag 30 oktober 2013

Op woensdag 30 oktober komt de TVN-Studiecentrum Assen_Odoorn bij elkaar via SKYPÊ.

We studeren uit de Geheime Leer deel II, onderwerp: De Gevallen Engelen.

De Geheime Leer is ook online te lezen (of zie rechterkolom) voor mensen die de boeken niet hebben. 



Het stuk dat we bestuderen voor deze avond is (rechtstreeks) te vinden op:

http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/geheimeleer/deel2/18gevallenengel.html

blz. 539 (GL II) .

§ 18

Over de mythe van de ‘gevallen engel’
in haar verschillende aspecten


A


De boze geest: wie en wat?

Voor informatie of vragen kunt u mailen met: assen@theosofie.nl


Graag tot dan!
------------------- 



25.9.13

Vrijdagavond 11 oktober 2013

Op vrijdagavond 11 oktober komt de TVN-Studiecentrum Assen_Odoorn bij elkaar.

We studeren uit de Geheime Leer deel II, onderwerp: De Gevallen Engelen.

De Geheime Leer is ook online te lezen (zie rechterkolom) voor mensen die de boeken niet hebben. 



Het stuk dat we bestuderen voor deze avond is (rechtstreeks) te vinden op:

http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/geheimeleer/deel2/18gevallenengel.html

blz. 539 (GL II) .

§ 18

Over de mythe van de ‘gevallen engel’
in haar verschillende aspecten



A


De boze geest: wie en wat?

graag even aanmelden in verband met het aantal plaatsen (assen@theosofie.nl)


Graag tot dan!
------------------- 


13.9.13

Woensdagmorgen 25 sept. '13

Op de woensdagochtend 25 sept. komt TVN-Centum Assen-Odoorn weer digitaal bij elkaar

We studeren uit de Geheime Leer diverse 
onderwerpen  ... 





..en Woensdagochtend hebben we het over het onderwerp over de "Gevallen Engelen". We gebruiken de oude exemplaren van de Fricke en niet alle nieuwere versies hebben dezelfde bladzijde nummers. Vandaar dat het stuk dat we doorspreken hieronder is neergezet.
-----------------------------------

Het stukje over de Gevallen Engelen (Fricke) :
Gevallen Engelen (blz. 202 DEEL II) uit "de Fricke" ..sommigen ‘gehoorzaamden’ (aan de wet der evolutie), onmiddellijk nadat de mensen van het Derde Ras psychologisch en fysiek gereed werden, d.w.z. toen zij zich in geslachten gescheiden hadden. Dit waren die eerste bewuste Wezens, welke, thans bewuste kennis en wil voegende bij hun ingeboren Goddelijke reinheid, door middel van Kriyasakti (1) de half Goddelijke mens geschapen hebben, die op aarde het zaad werd voor toekomstige adepten.
Voor hen daarentegen die, na-ijverig op hun verstandelijke vrijheid (niet door de banden der stof geketend gelijk zij toen was), zeiden: - “Wij kunnen kiezen … wij bezitten wijsheid” (vers 24) en veel later incarneerden, was de eerste Karmische straf voorbereid.
Zij kregen lichamen die (fysiologisch) op lagere trap stonden dan de astrale modellen ervan, omdat hun chhaya’s (2) aan voortbrengers van een lagere soort in de zeven klassen behoord hadden.
Die “Zonen van Wijsheid”, welke hun incarnatie “uitstelden” tot het Vierde Ras, dat reeds ( in fysiologische zin) met zonde en onreinheid bezoedeld was, riepen een verschrikkelijke oorzaak in het leven, welke Karmisch gevolg tot de huidige dag op hun drukt.
Het werd in hen zelf voortgebracht en zij zijn gedurende toekomstige aeonen (3) de dragers van dat zaad van ongerechtigheid, omdat de lichamen, welke zij hadden moeten bezielen ten gevolge van hun eigen talmen bezoedeld waren geworden. (Verzen 32, 36)
Dit was de “Val der engelen” ten gevolge van hun opstand tegen de Karmische Wet.
De “val des mensen” was geen val, want hij was ontoerekenbaar.
De oude leer omtrent de ware betekenis van de “Gevallen Engelen” in haar antropologische en evolutionaire zin is in de Kabbala vervat en verklaart de Bijbel. Men vindt haar vooral in Genesis (VI) vatten de
“Zonen van God” – B’ne Aleim  (4)– liefde op voor de dochters der mensen, huwen haar en ontsluieren volgens Henoch aan hun vrouwen de geheimen, welke zij op onrechtmatige wijze in de hemel geleerd hadden; en dit is de “Val der Engelen”.





Verklaringen van de bovenstaande Sanskrietwoorden uit GANESHA (woordentolk):

1.) Kriyâshakti = Scheppingskracht.

2.) chhayas =  schaduwen, geschapen door de Barishads* als patroon voor de etherische lichamen van het eerste wortelras.
*Halfgoden. Heren van de Maan; een klasse pitri’s (Voorvader).

3.) Aeonen =Aeoon= Een eeuwigheid. Een emanatie van Godheid.


4.) B’ne Aleim = Aleim-Elohim. Gevormd door toevoeging aan de mannelijke meervoudsvorm ‘im’aan het vrouwelijke Eoah. De manlijk-vrouwelijke hiërarchieën, de Scheppers van het Heelal. In Genesis vertaald als God.

---------------------------------------------- 

9.9.13

1e Studieavond nieuwe seizoen 2013-3014 - vrijdagavond 13 september.

TVN-Studiecentum Assen-Odoorn start eind deze week een experiment met een studieavond op vrijdag 13 september

Dit is naast de woensdagochtenden die er al zijn. Dus twee keer per maand, 1 ochtend en 1 avond. 

De vrijdagavonden vallen op de 2e vrijdag in de maand

aanvang avonden: 19.30-21.00 uur (inloop vanaf 19:15)



------------


De data voor de vrijdagavonden in 2013 zijn :

vrijdag 11 oktober
vrijdag 8 november 
----------------------------------
december-januari winterstop
------------
2014
vrijdag 14 februari

De avonden zullen dezelfde studierichting hebben als de woensdagochtenden.

We openen het studiejaar 2013-2014 en studeren uit de Geheime Leer diverse 
onderwerpen.


Graag even aanmelden vanwege beperkt aantal plaatsen: assen@theosofie.nl 
of 06 2847 9127 (inspreken is mogelijk).





Vrijdag beginnen we met het onderwerp over de "Gevallen Engelen". We gebruiken de oude exemplaren van de Fricke en niet alle nieuwere versies hebben dezelfde bladzijde nummers. Vandaar dat het stuk dat we doorspreken hieronder is neergezet.
-----------------------------------


Het stukje over de Gevallen Engelen (Fricke) :
Gevallen Engelen (blz. 202 DEEL II) uit "de Fricke" ..sommigen ‘gehoorzaamden’ (aan de wet der evolutie), onmiddellijk nadat de mensen van het Derde Ras psychologisch en fysiek gereed werden, d.w.z. toen zij zich in geslachten gescheiden hadden. Dit waren die eerste bewuste Wezens, welke, thans bewuste kennis en wil voegende bij hun ingeboren Goddelijke reinheid, door middel van Kriyasakti (1) de half Goddelijke mens geschapen hebben, die op aarde het zaad werd voor toekomstige adepten.
Voor hen daarentegen die, na-ijverig op hun verstandelijke vrijheid (niet door de banden der stof geketend gelijk zij toen was), zeiden: - “Wij kunnen kiezen … wij bezitten wijsheid” (vers 24) en veel later incarneerden, was de eerste Karmische straf voorbereid.
Zij kregen lichamen die (fysiologisch) op lagere trap stonden dan de astrale modellen ervan, omdat hun chhaya’s (2) aan voortbrengers van een lagere soort in de zeven klassen behoord hadden.
Die “Zonen van Wijsheid”, welke hun incarnatie “uitstelden” tot het Vierde Ras, dat reeds ( in fysiologische zin) met zonde en onreinheid bezoedeld was, riepen een verschrikkelijke oorzaak in het leven, welke Karmisch gevolg tot de huidige dag op hun drukt.
Het werd in hen zelf voortgebracht en zij zijn gedurende toekomstige aeonen (3) de dragers van dat zaad van ongerechtigheid, omdat de lichamen, welke zij hadden moeten bezielen ten gevolge van hun eigen talmen bezoedeld waren geworden. (Verzen 32, 36)
Dit was de “Val der engelen” ten gevolge van hun opstand tegen de Karmische Wet.
De “val des mensen” was geen val, want hij was ontoerekenbaar.
De oude leer omtrent de ware betekenis van de “Gevallen Engelen” in haar antropologische en evolutionaire zin is in de Kabbala vervat en verklaart de Bijbel. Men vindt haar vooral in Genesis (VI) vatten de
“Zonen van God” – B’ne Aleim  (4)– liefde op voor de dochters der mensen, huwen haar en ontsluieren volgens Henoch aan hun vrouwen de geheimen, welke zij op onrechtmatige wijze in de hemel geleerd hadden; en dit is de “Val der Engelen”.





Verklaringen van de bovenstaande Sanskrietwoorden uit GANESHA (woordentolk):

1.) Kriyâshakti = Scheppingskracht.

2.) chhayas =  schaduwen, geschapen door de Barishads* als patroon voor de etherische lichamen van het eerste wortelras.
*Halfgoden. Heren van de Maan; een klasse pitri’s (Voorvader).

3.) Aeonen =Aeoon= Een eeuwigheid. Een emanatie van Godheid.


4.) B’ne Aleim = Aleim-Elohim. Gevormd door toevoeging aan de mannelijke meervoudsvorm ‘im’aan het vrouwelijke Eoah. De manlijk-vrouwelijke hiërarchieën, de Scheppers van het Heelal. In Genesis vertaald als God.

---------------------------------------------- 

11.6.13

Studieseizoen 2013-2014

Studiecentrum Assen-Odoorn heeft nu Zomervakantie.



In september starten we in het nieuwe studiejaar 2013-2014 



met diverse items uit de Geheime Leer deel II.



We wensen iedereen een zonnige zomervakantie toe.



-----

17.5.13

Woensdag 29 mei (laatste bijeenkomst)



We zullen 'in elkaars gezelschap verkeren' op woensdagochtend 29 mei  vanaf 10 uur.

We bestuderen de blz. 161-185 uit het boekje van Krishnamurti
(de bladzijde nummers kunnen afwijken van een andere uitgave, maar de items zullen hetzelfde zijn:

"Innerlijke Eenvoud"



Hoofdstukjes: 

- Verwarring en overtuigingen -

- Alleenzijn reikt verder dan eenzaamheid -


J. Krishnamurti (uit het boekje: ‘Innerlijke Eenvoud’)
---

28.3.13

Woensdag 24 april 2013


We zullen 'in elkaars gezelschap verkeren' op woensdagochtend 24 april  vanaf 10 uur.

We bestuderen de blz. 138-160 uit het boekje van Krishnamurti
(de bladzijde nummers kunnen afwijken van een andere uitgave, maar de items zullen hetzelfde zijn:

"Innerlijke Eenvoud"



Hoofdstukjes: 

- Doden -

- Intelligentie is eenvoud -

J. Krishnamurti (uit het boekje: ‘Innerlijke Eenvoud’)

---------------------------------------------------------------------------------------------
Even aanmelden (06 28479127) i.v.m. aantal plaatsen.
mailen mag ook: assen@theosofie.nl

26.2.13

Studiebijeenkomst van 27 maart 2013


Door omstandigheden is de bijeenkomst van 27 februari verschoven naar woensdagochtend 27 maart  (10-12.00, inloop vanaf 09.30 uur) dan komt het studiecentrum dus weer bij elkaar (opnieuw onder voorbehoud).

We bestuderen de blz. 117-137 uit het boekje van Krishnamurti:

"Innerlijke Eenvoud"



Hoofdstukjes: 

- Gevoeligheid stimuleren-

- Waarom verandering belangrijk is -

J. Krishnamurti (uit het boekje: ‘Innerlijke Eenvoud’)


'Gevoeligheid stimuleren' 
Blz. 121-122. (Dialoog)

Hoe omgaan met jeugd en seksualiteit & criminaliteit

“Wat wil dat zeggen, ‘op de juiste manier opgevoed’ zijn?”

Een juiste manier van opvoeden stimuleert de gevoeligheid en die moet je niet alleen stimuleren in die bepaalde periode van de ontwikkeling die dan de puberteit genoemd wordt, maar het hele leven door, nietwaar? 

“Waarom die nadruk op de gevoeligheid?” vroeg de eerste.

Gevoeligheid betekend genegenheid voelen, het betekent je bewust zijn van mooi en lelijk is. En is stimuleren van de gevoeligheid niet een deel waar u het over heeft?”

(…)

Op de juiste manier opgevoed zijn houdt niet alleen in dat je geschiedenis of natuurkunde hebt gestudeerd, het betekent ook dat je gevoel hebt voor alles op aarde – de dieren, de bomen, de rivieren, de lucht en de medemens. Maar wij verwaarlozen dat allemaal of we bestuderen het als onderdeel van een project, iets wat je leest en opslaat om te gebruiken als de noodzaak zich voordoet. Zelfs als je in je kinderjaren die gevoeligheid bezit, wordt ze over het algemeen in het rumoer van de zogenaamde beschaving gesmoord. Het milieu dwingt het kind algauw in het patroon van het passende, het traditionele. Tederheid, genegenheid, gevoeligheid voor wat mooi en lelijk is, dat gaat allemaal verloren; maar de biologische verlangens blijven natuurlijk aanwezig.
(…)

Is het stimuleren van de gevoeligheid niet minstens even belangrijk als boeken en universitaire graden? 

Maar wij aanbidden het succes en verwaarlozen de gevoeligheid, die een eind maakt aan de jacht op succes.

“Maar is succes dan niet noodzakelijk in het leven?”

Met alle geweld succes willen hebben werkt ongevoeligheid in de hand en bevordert meedogenloosheid en egocentrisch handelen. Hoe kan iemand die eerzuchtig is gevoel hebben voor anderen of voor alles wat op onze aarde te vinden is? Het is er allemaal om hem voldoening te geven, om door hem te worden gebruikt op zijn weg naar de top. En gevoeligheid is van essentieel belang, anders krijg je seksuele problemen. 

“Hoe zou u bij de jeugd de gevoeligheid stimuleren?”

‘Stimuleren’ is geen gelukkige term, maar aangezien we die nu eenmaal hebben gebruikt, zullen we hem aanhouden. Gevoeligheid is niet iets waar je je in kunt oefenen. Het haalt weinig uit als u niet meer doet dan de kinderen vertellen dat ze naar de natuur moeten kijken of de grote dichters moeten lezen en zulke dingen. Maar als u zelf gevoelig bent voor wat mooi en lelijk is, als u innerlijk besef hebt van tederheid, van liefde, gelooft u niet dat u dan in staat zult zijn uw leerlingen te helpen genegenheid te voelen, attent te zijn, enzovoort? Kijk, wij onderdrukken of verwaarlozen dat allemaal, terwijl we aan alle vormen van stimuleren ontspanning toegeven. Daar wordt het probleem steeds ingewikkelder. 
(…)

Dus, wat moet u doen? Zorgzaamheid, tederheid, genegenheid – dat is essentieel als je begrip wilt krijgen voor de seksuele verlangens. Door zorgvuldige verkenning van het probleem, door erover te praten en het op verschillende manieren te belichten, zal de leraar beslist aan gevoeligheid winnen en het belang daarvan op de kinderen overbrengen. Als die dan in de puberteit komen, zullen ze in staat zijn de seksuele verlangens met veel meer begrip en inzicht te benaderen. Maar om kinderen op de juiste manier te kunnen opvoeden, moet je ook de ouders opvoeden, want die vormen tenslotte de maatschappij. 

“(…) wat kan de enkeling doen?”

Alleen als enkeling kun je iets doen. Het is altijd de enkeling geweest die zo hier en daar iets heeft gedaan dat werkelijk van invloed is geweest op de maatschappij en grote veranderingen tot stand heeft gebracht in het menselijke doen en laten. Om werkelijke revolutionair te zijn moet je het maatschappelijk patroon de rug toe keren , het patroon van de hebzucht, de afgunst, enzovoort. Elke verandering die binnen het bestaande patroon blijft, zal uiteindelijk alleen maar meer verwarring en meer ellende teweeg brengen. Criminaliteit is opstandigheid binnen de grenzen van het bestaande patroon, meer niet. En het is de taak van de opvoeder de jeugd te helpen dat patroon te doorbreken, dat wil zeggen vrij te zijn van hebzucht en machtsstreven.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Even aanmelden (06 28479127) i.v.m. aantal plaatsen.
mailen mag ook: assen@theosofie.nl

29.1.13

Studiebijeenkomst van 27 februari 2013


woensdagochtend 27 februari  (10-12.00, inloop vanaf 09.30 uur) komt het studiecentrum weer bij elkaar.

We bestuderen de blz. 117-137 uit het boekje van Krishnamurti:

"Innerlijke Eenvoud"



Hoofdstukjes: 

- Gevoeligheid stimuleren-

- Waarom verandering belangrijk is -

J. Krishnamurti (uit het boekje: ‘Innerlijke Eenvoud’)


'Gevoeligheid stimuleren' 
Blz. 121-122. (Dialoog)

Hoe omgaan met jeugd en seksualiteit & criminaliteit

“Wat wil dat zeggen, ‘op de juiste manier opgevoed’ zijn?”

Een juiste manier van opvoeden stimuleert de gevoeligheid en die moet je niet alleen stimuleren in die bepaalde periode van de ontwikkeling die dan de puberteit genoemd wordt, maar het hele leven door, nietwaar? 

“Waarom die nadruk op de gevoeligheid?” vroeg de eerste.

Gevoeligheid betekend genegenheid voelen, het betekent je bewust zijn van mooi en lelijk is. En is stimuleren van de gevoeligheid niet een deel waar u het over heeft?”

(…)

Op de juiste manier opgevoed zijn houdt niet alleen in dat je geschiedenis of natuurkunde hebt gestudeerd, het betekent ook dat je gevoel hebt voor alles op aarde – de dieren, de bomen, de rivieren, de lucht en de medemens. Maar wij verwaarlozen dat allemaal of we bestuderen het als onderdeel van een project, iets wat je leest en opslaat om te gebruiken als de noodzaak zich voordoet. Zelfs als je in je kinderjaren die gevoeligheid bezit, wordt ze over het algemeen in het rumoer van de zogenaamde beschaving gesmoord. Het milieu dwingt het kind algauw in het patroon van het passende, het traditionele. Tederheid, genegenheid, gevoeligheid voor wat mooi en lelijk is, dat gaat allemaal verloren; maar de biologische verlangens blijven natuurlijk aanwezig.
(…)

Is het stimuleren van de gevoeligheid niet minstens even belangrijk als boeken en universitaire graden? Maar wij aanbidden het succes en verwaarlozen de gevoeligheid, die een eind maakt aan de jacht op succes.

“Maar is succes dan niet noodzakelijk in het leven?”

Met alle geweld succes willen hebben werkt ongevoeligheid in de hand en bevordert meedogenloosheid en egocentrisch handelen. Hoe kan iemand die eerzuchtig is gevoel hebben voor anderen of voor alles wat op onze aarde te vinden is? Het is er allemaal om hem voldoening te geven, om door hem te worden gebruikt op zijn weg naar de top. En gevoeligheid is van essentieel belang, anders krijg je seksuele problemen. 

“Hoe zou u bij de jeugd de gevoeligheid stimuleren?”

‘Stimuleren’ is geen gelukkige term, maar aangezien we die nu eenmaal hebben gebruikt, zullen we hem aanhouden. Gevoeligheid is niet iets waar je je in kunt oefenen. Het haalt weinig uit als u niet meer doet dan de kinderen vertellen dat ze naar de natuur moeten kijken of de grote dichters moeten lezen en zulke dingen. Maar als u zelf gevoelig bent voor wat mooi en lelijk is, als u innerlijk besef hebt van tederheid, van liefde, gelooft u niet dat u dan in staat zult zijn uw leerlingen te helpen genegenheid te voelen, attent te zijn, enzovoort? Kijk, wij onderdrukken of verwaarlozen dat allemaal, terwijl we aan alle vormen van stimuleren ontspanning toegeven. Daar wordt het probleem steeds ingewikkelder. 
(…)

Dus, wat moet u doen? Zorgzaamheid, tederheid, genegenheid – dat is essentieel als je begrip wilt krijgen voor de seksuele verlangens. Door zorgvuldige verkenning van het probleem, door erover te praten en het op verschillende manieren te belichten, zal de leraar beslist aan gevoeligheid winnen en het belang daarvan op de kinderen overbrengen. Als die dan in de puberteit komen, zullen ze in staat zijn de seksuele verlangens met veel meer begrip en inzicht te benaderen. Maar om kinderen op de juiste manier te kunnen opvoeden, moet je ook de ouders opvoeden, want die vormen tenslotte de maatschappij. 

“(…) wat kan de enkeling doen?”

Alleen als enkeling kun je iets doen. Het is altijd de enkeling geweest die zo hier en daar iets heeft gedaan dat werkelijk van invloed is geweest op de maatschappij en grote veranderingen tot stand heeft gebracht in het menselijke doen en laten. Om werkelijke revolutionair te zijn moet je het maatschappelijk patroon de rug toe keren , het patroon van de hebzucht, de afgunst, enzovoort. Elke verandering die binnen het bestaande patroon blijft, zal uiteindelijk alleen maar meer verwarring en meer ellende teweeg brengen. Criminaliteit is opstandigheid binnen de grenzen van het bestaande patroon, meer niet. En het is de taak van de opvoeder de jeugd te helpen dat patroon te doorbreken, dat wil zeggen vrij te zijn van hebzucht en machtsstreven.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Even aanmelden (06 28479127) i.v.m. aantal plaatsen.
mailen mag ook: assen@theosofie.nl

3.1.13

Stanza I


Stanza’s van Dzyan
(Werkboek Theosofie: Cosmogenesis, Antropogenesis en de Stanza’s van Dzyan)

Stanza I:

  1. “De eeuwige Moeder, in haar immer onzichtbare gewaden gehuld, had weer zeven eeuwigheden lang gesluimerd.

  1. De tijd was niet, want hij lag slapende in de oneindige boezem van de duur.

  1. Het universele Denkvermogen was niet, want er waren geen Ah-Hi om het te bevatten.

  1. De zeven wegen tot zaligheid waren niet. De grote oorzaken van het lijden waren niet, want er was niemand om ze te verwekken en er in verstrikt te raken.

  1. Duisternis alleen vulde het grenzeloze Al, want Vader, Moeder en Zoon waren andermaal één, en de Zoon was nog niet verrezen voor het nieuwe wiel en zijn pelgrimstocht daarop.

  1. De zeven verheven Heren en de zeven Waarheden bestonden niet meer, en het Heelal, der Noodzaak zoon, was in Paranishpanna verzonken om door dat wat is en toch niet is te worden uitgeademd. Niets was.

  1. De bestaansgronden waren ter zijde gesteld; het zichtbare, dat was, en het onzichtbare, dat is, rustten in het eeuwige niet-zijn – het Ene Zijn.

  1. De Ene Bestaansvorm alleen breidde zich grenzeloos, eindeloos, oorzakeloos uit, in droomloze slaap; en het leven pulseerde onwetend in de universele ruimte, door het alomtegenwoordige, dat door het geopende oog van de Dangma bespeurd wordt.

  1. Doch waar was de Dangma, toen de Alaya van het Heelal in Paramârtha was en het grote wiel Anupâdaka was?


---------





Vergelijk deze eerste Stanza met de eerste van de drie gronddenkbeelden van de Geheime Leer:

“Een alomtegenwoordig, Eeuwig, Grenzeloos en Onveranderlijk BEGINSEL, waaromtrent elke bespiegeling onmogelijk is, daar het boven het menselijk denkvermogen staat en door menselijke benamingen of vergelijkingen slechts verkleind kan worden. Het ligt buiten het bereik en het domein der gedachte en is, zoals de Mândukya zegt,’ondenkbaar en onuitsprekelijk’. “

“Weer”: in het eerste vers geeft onmiddellijk de sleutel van het voortdurend verschijnen en opnieuw-verschijnen van zonnestelsels, werelden, mensen, enz.; steeds terugkerende kringlopen van verschijnen en verdwijnen, geen eerste begin uit het niets.

“Zeven eeuwigheden”: Het woord eeuwigheid heeft niet de christelijke betekenis van: “voor altijd en altijd”, maar eeuwigheid en onsterfelijkheid betekenen beide “het bestaan tot het einde van de Kalpa”.

Een Kalpa is een tijdsperiode, een Mahâ-Manvantara of een Dag van Brahmâ, 4.320.000.000 mensenjaren. Maar deze eerste Stanza verwijst naar het Leven van Brahmâ, vandaar zeven eeuwigheden. H.P.B. zegt: ( G.L. p. 238) “De getallen van de Grote Kalpa zijn ons niet bekend en het is ons niet geoorloofd de duur van onze kleinere Yuga’s behalve bij benadering, openbaar te maken… Wij weten niets van de juiste tijd, waarop de ontwikkeling en vorming van onze kleine Aarde een aanvang nam. Het is ons daarom niet mogelijk haar leeftijd te berekenen, tenzij wij eerst de tijd van haar geboorte weten – die de Leraren ons echter tot dusver onthouden.” Maar één Eeuwigheid is één zevende van de leeftijd van Brahmâ. De zevende Eeuwigheid is het eind van de grote Pralaya, het begin van de Manvantara, de manifestatie, de geboorte.

“Tijd en duur”. De Theosofie maakt een duidelijk onderscheid tussen deze begrippen. “De tijd is slechts een begoocheling, op onze reistocht door de eeuwige duur, door de opeenvolging van onze bewustzijnstoestanden veroorzaakt; en hij bestaat niet, waar er geen bewustzijn bestaat, in hetwelk die begoocheling kan worden gewekt”, zegt H.P.B. (G.L. I, p.42) en de G. de P. zegt in zijn “Fountain – Source of Occultisme”, p. 214: “Tijd is slechts een droombeeld van het menselijk voorstellingsvermogen tegen de achtergrond van de eeuwige Duur… “
Duur: “Eén van de drie aspecten van de ongemanifesteerde Godheid, waarvan de andere twee Ruimte en Beweging zijn”.






In antwoord op een vraag over deze aangelegenheid zegt H.P.B. ”De Duur is; hij heeft begin noch einde. Hoe kunt ge datgene wat noch begin noch einde heeft tijd noemen? Duur is zonder begin en eindeloos, tijd is eindig. Tijd kan worden verdeeld, Duur – althans in onze wijsbegeerte – niet.” Toen haar gevraagd werd: “Wat is het bewustzijn dat tijd waarneemt? “, antwoordde zij: “Hier wordt bewustzijn alleen op onze planeet bedoeld, niet het eeuwige goddelijke bewustzijn, dat wij het Absolute noemen.”

(Een belangrijk punt; zij verklaart later, dat strikt genomen de uitdrukking “Absoluut” in dit verband niet juist is, de uitdrukking moet zijn Absoluutheid. “Ge kunt Parabrahman niet het Absolute noemen!”)

“Het universele Denkvermogen”. Het goddelijke Denkvermogen is voordat differentiatie plaats heeft. Houdt in herinnering, dat hoe ge het ook noemt, elk van deze voorstellingen haar meest metafysische, meest stoffelijke en ook tussenliggende aspecten heeft.” “Denkvermogen betekent toestanden van bewustzijn, verzameld onder de woorden: Gedachte, Wil, Gevoel.”

“AH-HI”. Hemelse wezens, de zeven logoïsche Stralen van de ene Straal. Zij komen eerst tot aanzijn bij de eerste straling van het universele Denkvermogen.”In antwoord op de vraag: “Zijn de Ah-Hi in voorgaande Manvantara’s mensen geweest of zullen zij dit worden?” Luidt de ondubbelzinnige verklaring: “Ieder levend wezen van welk soort dan ook, was, is, of zal een menselijk wezen worden, in de een of andere Manvantara… Zij bestaan niet langer in deze Manvantara, zij zijn lang geleden Planeetgeesten geworden, zonne-, maan- en tenslotte reïncarnerende ego’s want zij zijn de gezamenlijke schare van geestelijke wezens… de Ah-Hi zijn de vlam, van waaruit stralen voortkomen, die steeds meer gedifferentieerd worden bij het verder afdalen in de stof, totdat zij tenslotte onze wereld bereiken, met haar talrijke biljoenen bewoners en bewuste wezens…”

“Duisternis”. “Het onbekende principe dat de kosmische ruimte vult…”. Het is de “Duisternis op het aangezicht van de Diepte”in Genesis; “Diepte” betekent hier “de heldere zon van de Donkere Vader – Ruimte. Duisternis is absoluut licht, geest, negatief. Licht is stof – positief.” (Zij voegt er later aan toe, dat de uitdrukking Duisternis liever wordt gebruikt dan Chaos, hoewel zij hetzelfde betekenen, wegens het gevaar dat “Chaos” wordt uitgelegd in het menselijke vlak.)







“Vader, Moeder en Zoon waren andermaal één“: “Het betekend, dat de drie Logoï – de ongemanifesteerde “Vader”, de half-gemanifesteerde “Moeder” en het Universum, hetwelk de derde Logos is in onze filosofie, gedurende de Pralaya andermaal één waren. Gedifferentieerde essentie was weer één geworden.  De gedifferentieerde “Vader, Moeder en Zoon” is het tegenbeeld van het Christelijke beeld: Vader, Zoon en Heilige Geest. Wij moeten oppassen, dat wij abstracte begrippen niet vermenselijken, door deze uitdrukkingen verder uit te leggen...”

“Wiel”: op zichzelf betekent dit een wereld of globe. De ouden, die de uitdrukking in die zin gebruikten, beseften dat de aarde een bol was, geen plat vlak, zoals in de middeleeuwen werd geleerd, en dat zij wentelde. De “Oudere Wielen” zijn de oerpatronen; de kleinere wielen zijn onze sferen van ervaring, dat wil zeggen ons leven op aarde.

“Paranishpanna” is de absolute volmaking, die alle wezens zullen bereiken aan het einde van een grote periode van activiteit, of Mahâ-Manvantara.

“Het Universum, der Noodzaak Zoon”: “Ons Universum” is er slechts één van een oneindig aantal universa, die alle “der Noodzaak zonen” zijn, omdat zij schakels zijn in de grote kosmische keten van universa… “ Zonder het gemanifesteerde universum kon er geen gebied van evolutie zijn.

“Uitademing”: De Grote Adem is de voortdurende beweging van het universum, de Dagen en Nachten van Brahmâ, het perpetuum mobile, waarnar door geleerde en filosofen zo gezocht is. Brahmâ, de derde Logos, ademt uit en de zonnestelsels, universa, enz. worden geboren. Brahmâ ademt in en al het gemanifesteerde verdwijnt in de slaap van Pralaya, wanneer “NIETS IS” .

“Niet-ZIJN”: Er werd haar gevraagd of het zijnde en zijn hetzelfde waren. Het Zijnde of Sat is niet bestaan, want bestaan kan slechts van toepassing zijn op verschijnselen, nooit op het oorzakelijke noumena, want de woordafleiding zélf is in tegenspraak met zo’n bewering. Het zijnde is niet zijn, want het is even goed niet-zijn. Wij kunnen het niet begrijpen, want ons verstand is beperkt en onze taal is nog beperkter en aan nog meer voorwaarden gebonden dan ons verstand. Hoe kunnen wij daarom aan datgene uitdrukking geven wat we ons slechts kunnen voorstellen door een reeks ontkenningen?






“Dangma”: Dangma betekent een gelouterde ziel, de hoogste Adept.

Alaya”: “De universele Ziel; de basis of wortel of bron van alle schepselen… Anima Mundi.”

“Paramârtha”: Het Absolute Zijn en Bewustzijn, die Absoluut Niet-zijn en Onbewustzijn weergeven.

Anupâdaka”: Ouderloos, omdat zij de directe uitstralingen zijn van datgene wat noch Vader, noch Moeder is, doch de ongemanifesteerde Logos.

---------


Als we nu Stanza I herlezen en daarbij houden we de verduidelijkingen van H.P.B. in gedachten.

Lees de verzen bij voorkeur hardop. Er werd in oude leringen veel belang gehecht aan het geluid van woorden, en merk op hoe prachtig H.P.B. de nadruk legt op hetgeen zij vertelt, door haar woordkeus “Niets was”.

(Gedeelten tussen aanhalingstekens zijn uit H.P.B.’s Collected Writings Vol. X., “Transactions of the Blavatksy Lodge”, uit haar “Geheime Leer” deel I; ook uit G. de P’s “Glossary”, enz. Gelieve er nota van te nemen dat wij slechts vluchtig zijn ingegaan op haar commentaren op deze Stanza. Er zijn 47 bladzijden met discussies alleen over deze Stanza in Volume X van de Collected Writings en 18 bladzijden in de Geheime Leer. Onnodig te zeggen dat deze bestudeerd kunnen worden.)


----------------

Translate